Staatssecretaris Dekker (OCW) presenteert een plan van aanpak met ruim 20 maatregelen om toptalenten in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs te stimuleren. Hij wil daarom een duurzame en structurele aanpak die leidt tot een cultuuromslag in het onderwijs. Een omslag naar een ambitieuze leercultuur, naar onderwijs dat uitdaagt. De staatssecretaris wil daartoe goede initiatieven ondersteunen en stimuleren. Waar nodig wil hij ruimte scheppen en belemmeringen wegnemen. Er is namelijk gebleken dat we ons talent binnen Nederland onvoldoende benutten.
Wie zijn onze toptalenten?
Ieder kind het beste uit zichzelf laten halen, dat is de kern van goed onderwijs. Daarbij is het belangrijk dat iedereen het aanbod verdient dat bij hem of haar past en dat begint bij het onderwijs. Talent is het vermogen om uit te blinken in één of meer vakken of vaardigheden. Dat vermogen is niet alleen aangeboren, het is vaak ook een zaak van oefening en doorzettingsvermogen. Toptalenten zijn op alle gebieden binnen het onderwijs te vinden. Onderzoek laat zien dat op landelijke schaal zo’n 10 tot 20% van de leerlingen meer uitdaging aan kan dan ze nu ervaren. Veel leerlingen vervelen zich op school en daardoor verliezen ze al op jonge leeftijd hun motivatie. Daardoor presteren leerlingen onder hun niveau. Internationale vergelijking bevestigen dit beeld. Onze best presterende leerlingen blijven achter bij leeftijdsgenoten in andere landen, zeker in het basisonderwijs.
Waarom blijven onze toptalenten achter?
In de cultuur van het Nederlandse onderwijs wordt talent onvoldoende gewaardeerd en beloond, in de structuur ontbreekt het aan mogelijkheden om flexibel in te spelen op wat toptalenten nodig hebben en het ontbreekt veel leraren en schoolleiders aan voldoende vaardigheden om toptalenten uit te dagen. Er ligt veel nadruk op het verbeteren van de prestaties van leerlingen met achterstand. De resultaten zijn daar dan ook goed. Circa 35% van de leerlingen in het voorgezet onderwijs zegt niet te worden gestimuleerd om het beter te doen, zolang hun resultaten voldoende zijn. Van de beste leerlingen zegt bijna de helft minder aandacht te krijgen dan zwakkere leerlingen. Er wordt vanuit gegaan dat goed presterende leerlingen zich toch wel redden. Daarnaast krijgen slimmere leerlingen ook vaak te maken met onbegrip van medeleerlingen en krijgen vaak minder aandacht. Kortom, het loont nu niet vaak voor leerlingen om harder te lopen dan strikt noodzakelijk. Tot slot heb je binnen het voortgezet onderwijs dat leerlingen elk uur een andere leraar hebben, daardoor is het lastig voor leraren om de leerlingen echt goed te leren kennen en in te spelen op hun specifieke talenten.
Waarom extra aandacht voor toptalenten?
Ten eerste is het belangrijk voor de leerlingen zelf. Het maakt het leren leuk en vergroot de kans op succes. Succes ervaren is weer een enorme stimulans om verder te leren en uiteindelijk je onderwijsloopbaan zo succesvol mogelijk af te ronden. Omgekeerd is de kans groot dat een gebrek aan uitdaging demotiveert en uiteindelijk kan leiden tot onderpresteren en uitval.
Ook voor de samenleving als geheel is het benutten van alle talenten belangrijk voor ontwikkeling en groei. De wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid schreef onlangs dat we talenten onvoldoende erkennen en benutten. Met een afnemende beroepsbevolking vanaf 2020, moeten we meer doen met minder mensen. Dat lukt alleen als de talenten en mogelijkheden van mensen maximaal tot ontwikkeling kunnen komen. Voor een slim, vaardig, innovatief en creatief Nederland dat zich internationaal met de top kan meten, hebben we onze talenten hard nodig!
Bron: Rijksoverheid