3 tips om 50-plussers duurzaam inzetbaar te houden
De Nederlandse bevolking vergrijst en dat zien we terug op de arbeidsmarkt. In 2019 is voor het eerst de helft van de volwassen Nederlanders 50 jaar of ouder. Ook organisaties zien het percentage 50-plussers flink toenemen. Een verhoogde levensverwachting en het feit dat de meeste banen fysiek lang niet zo veeleisend meer zijn als vroeger, zorgen ervoor dat we langer moeten doorwerken voordat we ons pensioen bereiken. Een omslag voor werkenden én werkgevers. Hoe houden we de 50-plusser duurzaam inzetbaar tot aan zijn pensioen?
1. Ga het gesprek aan met oudere medewerkers
De duurzame inzetbaarheid van de medewerker tot aan zijn pensioen is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de leidinggevende als de medewerker. Het is daarom belangrijk om samen het gesprek aan te gaan en het te hebben over de levensfase waarin de medewerker zich bevindt. Infomeer tijdens het gesprek naar wensen en behoeften van de medewerker om gezond, gemotiveerd en productief langer door te kunnen werken. Heeft de medewerker bijvoorbeeld de wens om minder te gaan werken, worden er bepaalde zaken als belastend ervaren, hoe staat het met het arbeidsvermogen van de medewerker en hoe is de thuissituatie. Sta open voor het aanpassen van werkzaamheden, zowel inhoudelijk (functieverlichting), als het verminderen van de werkdruk of het aantal uren dat iemand werkt. Maatwerk is de sleutel naar succes.
Lees ook het artikel: Eindelijk is de 50-plusser weer in trek op de arbeidsmarkt
2. Investeer in opleiding en ontwikkeling
Bij veel werkgevers heerst het vooroordeel dat oudere medewerkers niet gemotiveerd zijn om zich gedurende hun loopbaan te blijven ontwikkelen. In de praktijk zien we dan ook dat oudere medewerkers minder vaak een opleiding volgen dan jongere medewerkers. Het volgen van een opleiding of training zorgt er echter voor dat medewerkers mentaal gestimuleerd worden waardoor mentale achteruitgang wordt tegengegaan.
Dat oudere medewerkers beschikken over een flinke dosis vakkennis betekent echter nog niet dat zij niet langer geïnteresseerd zijn in het volgen van opleidingen, noch dat opleiden niet meer nodig is. Ook oudere medewerkers dienen up-to-date te blijven binnen hun vakgebied. Werkgevers dienen daarbij rekening te houden met de veranderende manier van leren van oudere werknemers en hier hun opleidingsbeleid op aan te passen.
3. Bevorder de gezondheid en vitaliteit
Door de toegenomen gemiddelde leeftijd op de werkvloer zullen werkgevers steeds meer te maken krijgen met medewerkers met gezondheidsklachten gerelateerd aan ouder worden. Typische ouderdomsverschijnselen zijn bijvoorbeeld sneller vermoeid raken, last krijgen van gewrichten of het ervaren van problemen met het geheugen en complexe informatieverwerking. Natuurlijk zal niet iedere werknemer hiermee te maken krijgen. Het is echter wel van belang om hier als werkgever preventief aandacht voor te hebben en te zorgen voor een gezonde werkomgeving en arbeidsomstandigheden die de gezondheid en vitaliteit van medewerkers bevorderen. Begin hier niet mee wanneer de medewerker de 50 gepasseerd is, maar stimuleer alle medewerkers binnen de organisatie gedurende het gehele jaar om bewuster en gezonder te leven.
Als werkgever kun je hier een rol in spelen door bijvoorbeeld gezonde voedingsmiddelen aan te bieden in het bedrijfsrestaurant en door te zorgen voor vers fruit op de werkvloer. Ook het stimuleren van lichaamsbeweging door het aanbieden van bedrijfsfitness kan de vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van je medewerkers bevorderen. Voel je niet geremd als werkgever om bepaalde gezondheidsrisico’s zoals (werk)stress of ouderdomsklachten bespreekbaar te maken. Dit kan juist helpen in het herkennen en bestrijden van klachten. Natuurlijk draagt de medewerker hierin ook een bepaalde verantwoordelijkheid, waarin je als werkgever de medewerker kunt faciliteren. De belangrijkste voorwaarden om duurzaam inzetbaar te zijn, zijn immers mentale en fysieke gezondheid.