Op de derde dinsdag van september, beter bekend als Prinsjesdag, presenteerde het kabinet traditiegetrouw de plannen voor het komende jaar. Met een demissionair kabinet waren er dit jaar geen grote verrassingen op Prinsjesdag en bleven nieuwe beleidsplannen grotendeels uit. Toch krijgen HR-afdelingen te maken met een aantal besluiten die in de dagelijkse praktijk voelbaar zullen zijn.
Beeld: © ANP
In dit artikel zetten we de belangrijkste ontwikkelingen voor HR op een rij. Deze ontwikkelingen sluiten aan bij bredere HR-trends in 2025, zoals duurzame inzetbaarheid en flexibilisering van arbeid.
De arbeidsparticipatie is historisch hoog. In het eerste kwartaal van 2025 werkte 73,1 procent van de Nederlanders, het hoogste percentage van de EU. Tegelijkertijd is de werkloosheid laag: 3,7 procent in 2024, een verwachte 3,8 procent in 2025 en 4 procent in 2026. Hoewel de spanning op de arbeidsmarkt iets afneemt, is er nog steeds sprake van schaarste: van 142 vacatures per 100 werklozen in 2022 naar 101 in 2025.
De groei in arbeidsparticipatie komt vooral doordat meer vrouwen, ouderen en jongeren aan het werk zijn gegaan. Wel valt op dat het gemiddeld aantal gewerkte uren per persoon laag is met 32,1 uur per week (tegenover 36 uur gemiddeld in de EU). Voor werkgevers betekent dit dat de arbeidsmarkt krap blijft, ondanks dat meer mensen deelnemen.
De koopkracht stijgt opnieuw, onder meer doordat de lonen harder stijgen dan de inflatie. In 2025 zijn de lonen gestegen met 4,9 procent en naar verwachting stijgen de lonen met 4,2 procent in 2026. Samen met lastenverlichting en hogere toeslagen zorgt dit voor een koopkrachtstijging van 0,7 procent in 2025 en 1,3 procent in 2026.
Belangrijke maatregelen die het kabinet neemt, zijn:
Het UWV kampt al langere tijd met achterstanden. Om deze problemen aan te pakken, trekt het kabinet enkele honderden miljoenen extra geld uit:
Voor HR-afdelingen betekent dit dat medewerkers die afhankelijk zijn van UWV-trajecten hopelijk sneller duidelijkheid krijgen, al zijn de problemen hiermee nog niet direct opgelost.
De wijzigingen sluiten aan op bredere fiscale veranderingen die HR raken. Lees meer over nieuwe regels, nieuwe kansen: dit verandert er voor HR vanaf juli 2025.
De geplande verkorting van de WW-duur naar 18 maanden wordt een jaar doorgeschoven. De maatregel gaat nu naar verwachting pas in op 1 januari 2028.
De voorgenomen bezuiniging van € 177 miljoen per jaar op een regeling voor kwetsbare leerlingen gaat definitief niet door. Vooral vmbo- en praktijkscholen profiteren hiervan. Met dat geld kunnen scholen extra onderwijsassistenten of coaches inzetten, extra lessen of huiswerkbegeleiding aanbieden en ouders meer betrekken bij de school.
De regeling voor buitenlandse medewerkers die tijdelijk in Nederland werken (de zogenoemde ETK-regeling) wordt aangepast. Kosten voor levensonderhoud en gesprekskosten met het herkomstland vallen vanaf nu buiten de regeling. Dit betekent hogere lasten voor werkgevers die internationale medewerkers inzetten.
Verder houdt het kabinet vast aan de koers die vorig jaar is ingezet: de Expatregeling wordt per 1 januari 2027 aangepast, waarbij het belastingvrije percentage daalt van 30 procent naar 27 procent.
Vanaf 2026 geldt voor nieuwe elektrische auto’s dezelfde bijtelling als voor brandstofauto’s, namelijk 22 procent. Elektrisch rijden wordt voor de leaserijder daarmee dus duurder.
Tegelijkertijd worden door het kabinet prikkels geïntroduceerd die elektrisch rijden weer aantrekkelijker moeten maken. Zo krijgen eigenaren van elektrische auto’s tijdelijk (vanaf 2026 tot en met 2028) meer korting op hun motorrijtuigenbelasting, van 25 naar 30 procent. Daarmee wordt de korting minder snel afgebouwd.
Ook krijgen werkgevers een prikkel om zakelijke auto’s te verduurzamen. Werkgevers gaan een extra heffing betalen voor niet-emissievrije leaseauto’s. Deze aanscherping van regels rondom elektrische auto’s had het kabinet al in het voorjaar aangekondigd.
Het kabinet werkt verder aan de invoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Hoewel er nog geen exacte ingangsdatum is, is het voor HR en organisaties met veel zzp’ers belangrijk dit in de gaten te houden.
Prinsjesdag 2025 bracht weinig grote verrassingen, maar de gevolgen voor HR zijn er wel degelijk. De combinatie van hoge arbeidsparticipatie en blijvende krapte houdt de arbeidsmarkt onder druk. Tegelijkertijd stijgt de koopkracht en worden regelingen rondom UWV en kinderopvang aangepast. Voor werkgevers betekent dit dat zij zich voor moeten bereiden op veranderingen in fiscale regelingen, arbeidsmarktontwikkelingen en de komst van verplichte voorzieningen voor zelfstandigen. Het echte nieuwe beleid komt pas met een volgend kabinet, maar ook nu is er genoeg om rekening mee te houden.
Dit artikel is geschreven door Bjorn Donders, HRM-consultant bij Reijn.