Soms is het niet meer bij te benen. Zo snel als de wereld verandert, zo snel poppen termen op en verdwijnen ze ook weer. In managementland houden we ervan spiffy jargon te gebruiken en het liefst Engelstalig. Ik maak me hier zeker ook ‘schuldig’ aan. Het gaat alsmaar om employee experience, purpose-driven, value-based, life centric. Ook rondom de jonge generaties vliegt de trendy taal ons om de oren.
Om maar wat te noemen: digital nomadism en remote-first mindset gaan over het niet tijd- en plaatsgebonden werken. Micro-retirements en de financial independence, retire early (FIRE) movement hebben te maken met vroeg of tussendoor al pakken van je pensioen. Quiet quitting en work-life integration reflecteert de behoefte aan werk-privé balans. Side hustle culture en career portfolio hebben betrekking op afwisselende werkzaamheden of meerdere banen tegelijk. Jobhoppen en career pivots gaan over een flexibel carrièrepad.
Het is bijna om gek van te worden. Ik lijd aan het buzzwoord fatigue syndrome. Mijn hoofd tolt van al die hippe labels en uitdrukkingen en ik verlang eigenlijk gewoon weer terug naar een simpele uitleg in normaal Nederlands. Want samengevat weerspiegelen al deze aanduidingen de balans die jongeren proberen te vinden tussen hun behoefte aan autonomie, vrijheid, afwisseling en flexibiliteit enerzijds en de zekerheid van een stabiel inkomen en financiële onafhankelijkheid anderzijds. En in deze chaotische en onzekere wereld een goed te plaatsen verlangen.
Laatst las ik het artikel: ‘Waarom Gen Z op het werk aan taskmasking doet én hoe je dit kunt herkennen’. Taskmasking verwijst naar het creëren van de illusie dat je hard aan het werk bent, terwijl je in feite helemaal niet zoveel bereikt. De conclusie is snel getrokken: Zie je wel, Generatie Z is lui, werkschuw en ongemotiveerd! Maar herkennen we dit niet allemaal? Uitstelgedrag in de vorm van bijvoorbeeld je inbox opschonen om maar niet aan dat grote project te hoeven beginnen. Het lijkt me een volkomen menselijk fenomeen dat zo oud is als de weg naar Rome.
Zo kwam er nog een trend voorbij: conscious unbossing. Wat wil zeggen dat Generatie Z bedankt voor banen als middenmanager omdat voor hen de verantwoordelijkheid niet opweegt tegen de opbrengsten. Eerlijk is eerlijk, ik snap het wel. Leidinggeven in de lijn is een verdraaid lastige en regelmatig ondankbare taak. Ik doe al jaren aan conscious unbossing, maar heb het nooit als zodanig aangeduid. En nu lijkt het alsof puur Generatie Z te beroerd is om zich voor anderen in te zetten, maar ik doe al jaren niks anders dan lekker zzp’en.
In deze modetaal schuilt een gevaar. Het zorgt voor meer stereotyperingen en ergernissen over jongeren. De buzzwoord begrippen wekken de indruk dat het uniek is voor één generatie, terwijl ze betrekking hebben op tendensen die al meerdere generaties lang gaande zijn als gevolg van een veranderende behoefte in werk. Het zijn zelden tijdelijke trends die zomaar uit de lucht komen vallen. De uitspraak ‘werken om te leven’ vs. ‘leven om te werken’ zwerft al jaren rond. En nu er voor het eerst een generatie is die deze quote oprecht durft te belichamen, worden ze erom veroordeeld. De jonge generatie legt onuitgesproken verlangens bloot en oudere generaties reageren geërgerd:‘ ‘Een workation…ja ja, je wilt gewoon cocktails drinken op Ibiza op kosten van de baas.’, ‘Experience stacking is gewoon hun gebrek aan loyaliteit en doorzettingsvermogen’.
Constructiever lijkt het me om samen te onderzoeken wat er achter de trends schuil gaat. Welke behoefte? Welke angst? Welke waarden? Dan komen we erachter dat we best wat delen. En tegelijk ontdekken we dan ook de verschillen. Zo komt taskmasking bij Generatie Y vaak voort uit een cultuur waarin werk belangrijker was dan welzijn, met als doel indruk te maken op bazen en kritiek te vermijden. Voor Generatie Z gaat het minder over het vermijden van werk en meer over het navigeren in een werkcultuur die nog niet past bij hun verwachtingen. Derhalve kan taskmasking bij Generatie Z eerder worden gezien als een vorm van aanpassing, niet als luiheid. Of angst, waardoor ze moeilijkere taken op het werk uit de weg gaan? Of de afleiding die ze hebben van social media? Genoeg om eens nader te verkennen middels een ouderwets goed gesprek. En dan graag in normaal Nederlands.
Kim Jansen is als sociaal psycholoog altijd werkzaam geweest op het snijvlak van HR, onderzoek en het trainerschap. Op dit moment geeft Kim presentaties, workshops en masterclasses rondom het benutten van generatiediversiteit. Kijk voor meer informatie op haar website Generations at Work.
Kim schreef het boek ‘Het generatie-effect’ over hoe alle generaties samen meer bereiken: van boomer tot zoomer.