Driessen is een familiebedrijf, zoals u misschien weet. Waar er voorheen vaak een wat muffig en ouderwets beeld bestond van familiebedrijven, is het imago er de laatste jaren op vooruit gegaan. Ik vind dat volledig terecht. Waar veel grote corporate beursgenoteerde bedrijven het zwaar hebben gehad, in buitenlandse handen terecht zijn gekomen of flink gesaneerd zijn, hebben de afgelopen 5-10 jaar familiebedrijven laten zien dat ze, juist in spannende tijden van crisis en onzekerheid, als geen ander in staat zijn om ‘gewoon’ door te gaan. En in sommige gevallen zelfs fors te groeien.
Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar de redenen waarom zoveel familiebedrijven het relatief gezien zo goed doen. Als ik deze onderzoeken aan vul met mijn eigen ervaringen, dan denk ik dat een aantal zaken een belangrijke bijdrage leveren aan het succes van familiebedrijven:
Voor mijn gevoel kunnen organisaties in de publieke sector veel van familiebedrijven leren. Ik hoop dan ook dat zij zich meer en meer gaan gedragen en organiseren als trots familiebedrijf, met het oog op duurzame en realistische continuïteit voor de lange termijn, en zich niet laten verleiden om, mede onder druk van ‘snel politiek scoren’, zich teveel gaan gedragen en organiseren als de grote corporate extern gefinancierde ondernemingen. Een familiebedrijf met een sterke eigen kleur en cultuur, dat juist in dienst staat van de mensen die zich iedere dag met hart en ziel inzetten voor de publieke zaak.
PS: Zoals u wellicht weet heb ik maar één ding onthouden van mijn studie Personeelswetenschappen: happy employees make happy customers. En daarom ben ik ontzettend blij met de resultaten uit de recente onderzoeken van TNS Nipo onder onze eigen medewerkers, relaties en flexibele medewerkers. Hieruit blijkt dat onze mensen ook in 2015 weer het verschil hebben gemaakt. Meer lezen over deze onderzoeken? Kijk op pagina 13.
Deze column is verschenen in de maart-editie van het magazine Driessen Persoonlijk.