Artikel
17 sep '20
17 september '20
5 min

Prinsjesdag 2020: dit verandert er voor de personeels- en salarisadministratie

De gouden koets gaat naar het museum, de aandacht voor de hoeden is vervangen door mondkapjes, het aantal aanwezigen is drastisch teruggeschroefd, iedereen zit op 1,5 meter afstand en het begrotingstekort beslaat miljarden. Deze Prinsjesdag lijkt alles anders. Maar één ding blijkt onveranderd; de salarisexperts die de gevolgen van de kabinetsplannen voor personeels- en salarisadministratie in kaart brengen.

Ouderenkorting en arbeidskorting

De ontwikkeling van de koopkracht is de komende periode nog erg onzeker. Dit heeft met name te maken met de effecten van de coronacrisis. Het kabinet neemt een aantal maatregelen om ervoor te zorgen dat de koopkracht gelijkmatiger wordt verdeeld: 

  • De ouderenkorting wordt verhoogd, waardoor meer ouderen er komend jaar op vooruit gaan; 
  • Er wordt geschoven tussen de algemene heffingskorting en de arbeidskorting voor een betere balans tussen werkenden en (alleenstaande) uitkeringsgerechtigden te creëren; 
  • De verhoging van de arbeidskorting wordt van 2022 naar voren gehaald om de extra afbouw van de zelfstandigenaftrek te compenseren die in 2021 plaatsvindt; 
  • Zelfstandigenaftrek werd sinds dit jaar afgebouwd en gecompenseerd door verhoging van de arbeidskorting. Het kabinet wil hiermee het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen; 
  • Het tarief van de eerste schijf daalt met 0,25 procent t.o.v. 2020.

Overzicht belastingplichtigen jonger dan de AOW-leeftijd

 

2020 

2021 

Tariefschijf 1 

37,35% 

37,10% 

Tariefschijf 2 

49,50% 

49,50% 

Maximale algemene heffingskorting 

€ 2.711 

€ 2.837 

Afbouwpercentage algemene heffingskorting 

5,672% 

5,977% 

Maximale arbeidskorting 

€ 3.819 

€ 4.205 

Jonggehandicaptenkorting 

€ 749 

€ 761 

Maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting 

€ 2.881 

€ 2.815 

Overzicht belastingplichtigen ouder dan de AOW-leeftijd

 

2020 

2021 

Tariefschijf 1 

19,45% 

19,20% 

Tariefschijf 2 

37,35% 

37,10% 

Tariefschijf 3 

49,50% 

49,50% 

Maximale algemene heffingskorting 

€ 1.413 

€ 1.469 

Afbouwpercentage algemene heffingskorting 

2,956% 

3,093% 

Maximale arbeidskorting 

€ 1.989 

€ 2.191 

Ouderenkorting  

€ 1.622 

€ 1.703 

Alleenstaande ouderenkorting 

€ 436 

€ 443 

Tarieven en bedragen 2021 zijn onder voorbehoud.

Lagere bijtelling auto’s met zonnepanelen

De korting op de cataloguswaarde (de cap) voor elektrische auto’s wordt al afgebouwd sinds 2019. Voor elektrische auto’s met een motor die op waterstof kan rijden geldt een uitzondering en is de korting op de bijtelling dus niet gemaximeerd. Vanaf 2021 geldt deze uitzondering ook voor auto’s met zonnepanelen. 

Bonus zorgprofessionals niet-werknemers

Voor zorgprofessionals die niet in dienst zijn bij een werkgever wordt de eindheffingsregeling aangepast zodat de bonus als eindheffingsbestanddeel aangewezen kan worden. De huidige eindheffingsregeling voor niet-werknemers geldt namelijk alleen voor verstrekkingen en niet voor geldbedragen.

Door de aanpassing wordt de bonus niet als belastbaar inkomen of belastbare winst gezien. Zorginstellingen kunnen voor de niet-werknemers een aanvraag indienen voor de bonus. Onder de voorwaarde dat er over de bonus eindheffing wordt afgedragen, krijgt de zorginstelling de bonus inclusief de compensatie voor de eindheffing uitbetaald. Het is van belang dat de zorginstellingen de niet-werknemers schriftelijk mededelen dat er over de bonus eindheffing wordt betaald.

Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA)

Door de coronacrisis hebben flexibele arbeidskrachten in de maand april 2020 t.o.v. de maand februari 2020 een aanzienlijk inkomensverlies geleden. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiervoor een vangnet opgezet, genaamd TOFA, welke een tegemoetkoming bood in de kosten voor levensonderhoud. Deze tegemoetkoming werd door het UWV verstrekt en vormde onderdeel van het verzamelinkomen, wat dus ook van invloed kan zijn op de inkomensafhankelijke toeslagen. De tegemoetkoming is door het UWV verstrekt als loon uit vroegere dienstbetrekking, waarbij standaard de loonheffingskorting toegepast werd. Het kan dus mogelijk zijn dat er bij twee inhoudingsplichtigen tegelijk loonheffingskorting is toegepast. Dit heeft als gevolg dat er via de aanslag inkomstenbelasting nog loonheffing bijbetaald moet worden. De randvoorwaarden van het tot stand komen van de TOFA waren dat  de  regeling  eenvoudiggeneriek, en automatisch uitvoerbaar moest zijn via het UWV. Daarom is er voor deze werkwijze gekozen, welke nog wettelijk vastgelegd moet wordenDit gebeurt in 2021. 

Verruimen gerichte vrijstelling scholingskosten

Voor scholingskosten bestaat een gerichte vrijstelling. Een werknemer krijgt onder bepaalde voorwaarden scholing verstrekt of scholingskosten vergoed. Deze gerichte vrijstelling geldt nog uitsluitend voor werknemers. Met ingang van 2021 vindt er een verruiming van deze gerichte vrijstelling plaats, waardoor ook ex-werknemers onder deze gerichte vrijstelling vallen. Vanwege de coronacrisis is de mogelijkheid tot (om)scholing erg belangrijk en daarom wil het kabinet deze vrijstelling verruimen. Het gaat dan om de vergoedingen en verstrekkingen ten aanzien van het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen, niet voor onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden van de dienstbetrekking. 

Aanpassing vrije ruimte

De tijdelijke verruiming van de vrije ruimte ter hoogte van 3% tot een fiscale loonsom van € 400.000 is nu in het Belastingplan 2021 opgenomen en geldt alleen voor 2020. Deze tijdelijke verruiming wordt nu vastgelegd in de wet. De vrije ruimte vanaf een fiscale loonsom van € 400.000 wordt 1,18% per 2021.  

Verhoging heffingsvrije vermogen

Het heffingsvrije vermogen wordt flink verhoogd naar € 50.000 per 2021. In 2020 bedroeg het heffingsvrije vermogen namelijk € 30.846. Voor partners wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd naar € 100.000. 

Premies werknemersverzekeringen

De premiepercentages voor de werknemersverzekeringen zijn vastgesteld. Een aantal premiepercentages zijn nog onder voorbehoud. De lage en hoge premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds zijn gedaald naar 2,70 en 7,70% De premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds stijgt van 6,77% naar 7,03%. Zowel de Awf en de Aof premies zijn nog onder voorbehoud en worden in oktober definitief vastgesteld.

Onderstaand een overzicht: 

Premie 

2020 

2021 

Ouderdomsfonds (AOW 

17,90% 

17,90% 

Nabestaandefonds (Anw) 

0,10% 

0,10% 

Algemeen werkloosheidsfonds – laag (Awf) 

2,94% 

2,70% 

Algemeen werkloosheidsfonds – hoog (Awf) 

7,94% 

7,70% 

Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) 

0,68% 

0,68% 

Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) 

6,77% 

7,03% 

Uniforme opslag kinderopvang (Aof) 

0,50% 

0,50% 

Werkhervattingskas rekenpremie (Whk)  

1,28% 

1,36% 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met salarisadviseur outsourcing Ilona Krijgsman – Meijer, werkzaam bij IJK. Heb je vragen over de inhoud van dit artikel? Neem dan contact op IJK via 0492 – 50 66 60.