De instroom van studenten op de pabo steeg de afgelopen jaren explosief. In 2016 startten ongeveer 4220 studenten met deze opleiding. Dat is in 2020 toegenomen tot zo’n 6850 studenten. Dit betekent een toename van 62 procent. Daarnaast groeit het aantal zij-instromers in het beroep snel. Minder bekend is wat de tekorten aan directiepersoneel en onderwijsondersteunend personeel zijn. Het lijkt er echter sterk op dat sprake is van een te krappe arbeidsmarkt. Zo laat de ‘Arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2021. De arbeidsmarkt in beeld’ zien, een uitgave van het Arbeidsmarktplatform PO.
Volgens de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) stijgt het tekort aan schoolleiders en is dat procentueel zelfs meer dan het lerarentekort. Volgend jaar zit zo’n een twintigste van de basisscholen zonder directeur. Daarbij stromen de komende jaren veel mensen uit door pensionering. Er komen te weinig nieuwe mensen binnen, ondanks een hoge baantevredenheid. “Dat is een probleem, omdat onderzoek laat zien dat schoolleiders een cruciale rol hebben in de onderwijskwaliteit, het beheersen van de werkdruk en het behouden van leraren. De politiek en het onderwijs zelf moeten in actie komen door te investeren in professionalisering, waardering en profilering”, stelt AVS-voorzitter Petra van Haren.
De website OCW in cijfers geeft aan dat er tussen 2016 (7600 directeuren) en 2020 (6800 directeuren) 800 directeuren minder werkten in het primair onderwijs. Ook staat al in de ‘Verkenning Schoolleiders’ (2019) dat er tegelijk met het lerarentekort ook een tekort is aan schoolleiders. Deze tekorten komen terug in een forse toename van het aantal vacatures. Daarnaast kunnen er volgens de AVS kwalitatieve tekorten aan schoolleiders optreden. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het niet aansluiten van de vaardigheden en kennis van schoolleiders en de aan hen gestelde eisen.
Schoolleiders ervaren het lerarentekort als een groot probleem vanwege de aanhoudende vraag naar (geschikte) onderwijzers. Hierbij stijgt het lerarentekort door een grote groep leraren die de sector verlaat vanwege pensionering. Tegelijk neemt het aantal leerlingen de komende jaren maar langzaam af. In sommige gemeenten stijgt het aantal leerlingen juist. De AVS benadrukt dat het daarom extra belangrijk is om aankomende jonge leraren zo lang mogelijk aan de sector te binden.
Uit onderzoek blijkt volgens Van Haren dat schoolleiders een cruciale rol hebben in de onderwijskwaliteit, bij het aantrekken en behouden van leraren. “Alleen het lerarentekort aanpakken terwijl er geen schoolleider is, is dweilen met de kraan open. Dan mis je iemand die de lijnen uitzet, de werkdruk beheersbaar houdt en loopt het onderwijspersoneel door de achterdeur de school weer uit. Het schoolleiderstekort zou daarom meer prioriteit moeten krijgen door investeringen in professionalisering, waardering en profilering”, waarschuwt de AVS-voorzitter.
De werkgelegenheid in het primair onderwijs bedroeg in 2020 ongeveer 128.610 fte. Dat is een stijging van ruim 6 procent vergeleken met 2016. Deze groei komt echter niet in alle functies terug. Het aantal directieleden daalde in fte tussen 2016 en 2020 met ruim 8 procent, terwijl er voor het onderwijsondersteunend personeel juist sprake is van een stijging van zo’n 36 procent. De AVS vermoedt dat deze toename samenhangt met de besteding van de werkdrukmiddelen in het primaire onderwijs. Hiermee is de samenstelling van het personeel behoorlijk gewijzigd.
Er werkten de laatste jaren ook veel 55-plussers in het primair onderwijs en dan met name onder het directiepersoneel. Met de uitstroom van 55-plussers vanwege onder andere pensionering en de instroom van jongeren nam dit aandeel de afgelopen jaren langzaam af. Daarnaast was in 2016 het aandeel van vrouwelijke medewerkers (in fte) ruim 80 procent. Dat percentage is in 2020 gegroeid tot bijna 82 procent. Deze feminisering keert volgens de AVS terug in alle functies, maar vooral het directiepersoneel kent een forse stijging van het percentage vrouwen. Dit was ruim 50 procent in 2016 en 60 procent in 2020.
Werknemers in het primair onderwijs zijn meestal zeer tevreden over de sociale steun die zij krijgen van hun leidinggevende en collega’s. Ruim negen op de tien medewerkers vinden bijvoorbeeld dat hun leidinggevende let op het welzijn van haar of zijn medewerkers. Daarnaast vindt een groot deel van de medewerkers dat ze autonomie hebben in hun werk.
Er zijn grote verschillen in de lerarentekorten per regio. Het Arbeidsmarktplatform PO verwacht de sterkste tekorten in absolute zin in de arbeidsmarktregio Noord-Holland. Het tekort in deze regio neemt tot 2025 toe met 340 fte. Verder valt qua mobiliteit van leraren de relatief stevige uitstroom van leraren uit de G5 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere) naar andere gemeenten op. In 2015-2016 verlieten 57 leraren meer de G5 dan er binnenkwamen. Dat waren er 333 in 2018-2019.
Volgens Ton Groot Zwaaftink, voorzitter van het Arbeidsmarktplatform PO, is het goed dat het kabinet eindelijk extra investeert in het onderwijs, maar is het jammer dat het globaal en incidenteel gebeurt. “Er moet juist structureel worden geïnvesteerd in het onderwijs, zeker ook in de G5. Door de tekorten in de grote steden wordt de werkdruk voor de overgebleven leraren zo hoog dat een overstap aantrekkelijk is. Vaak doen ze dat dan naar een school dicht bij huis. Veel leraren in de grote steden wonen daar niet. Dat is te duur. Met een structurele salarisverhoging kunnen schoolbesturen hun leraren behouden en nieuwe leraren aantrekken”, meent Groot Zwaaftink.
Bron: AVS