In een periode waarin de babyboomgeneratie met pensioen gaat en de krapte aan personeel op de arbeidsmarkt toeneemt is de uitdaging voor de toekomst duidelijk: mensen zullen meer, langer en productiever moeten werken. Het Akkoord met sociale partners over aanvullende pensioenen, de AOW en de participatie van ouderen biedt alle ruimte om zowel op landelijk niveau als op sectoraal niveau afspraken te maken over gezondheid, scholing, mobiliteit, productiviteit en arbeidskosten. Het Vitaliteitspakket moet werkgevers en werknemers hierbij ondersteunen.
Vitaliteitspakket
Het Vitaliteitspakket treedt naar verwachting per 1 januari 2013 in werking en wordt vormgegeven langs drie beleidslijnen: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten. Bestaande instrumenten worden hiervoor op een meer gerichte en effectieve manier ingezet. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen dan zullen de arbeidskorting voor ouderen en de doorwerkbonus worden afgeschaft in 2013. Hiervoor in de plaatst komt eveneens in 2013 een nieuwe werkbonus. Deze nieuwe werkbonus is erop gericht 62-plussers te stimuleren om te blijven werken. Ook worden de spaarloonregeling en de levensloopregeling afgeschaft. Hiervoor in de plaats komt de regeling Vitaliteitssparen. Deze nieuwe spaarregeling roept veel vragen op. Alvorens hier verder op in te gaan staan wij eerst stil bij het afschaffen van de spaarloonregeling en de levensloopregeling.
Afschaffen spaarloonregeling
De spaarloonregeling wordt met ingang van 1 januari 2012 afgeschaft en kan in beginsel zonder fiscale gevolgen worden opgenomen. Deelnemers die hiervoor kiezen dienen rekening te houden met het box 3-vermogen. Deelnemers kunnen er echter ook voor kiezen om het tegoed op de geblokkeerde rekening te laten staan. De tegoeden worden dan jaarlijks vrijgegeven. De vrijstelling in box 3 blijft voor deze tegoeden, zolang ze nog niet zijn vrijgegeven, bestaan[1].
Voor werkgevers betekent het afschaffen van de spaarloonregeling dat er geen eindheffing van 25% meer betaald hoeft te worden. De oproep van Abvakabo FNV om nog snel gebruik te maken van de spaarloonregeling voordat deze wordt afgeschaft, wordt Abvakabo FNV dan ook niet door alle werkgevers in dank afgenomen. Anderzijds betekent de afschaffing van de spaarloonregeling een hogere grondslag voor de premies werknemersverzekeringen. Per saldo betekent levert het echter een lastenverlichting op voor werkgevers.
Afschaffen levensloopregeling
Bij de inwerkingtreding van de levensloopregeling was de doelstelling het mogelijk maken van een juist evenwicht tussen verschillende taken en ervoor te zorgen dat tijd en inkomen beter in evenwicht zijn tijdens de verschillende levensfasen. Subdoelstellingen zijn het verminderen van de druk in het spitsuur van het leven en het faciliteren van vervroegde uittreding[2]. In de praktijk wordt de levensloopregeling vooral gebruikt om eerder met pensioen te kunnen gaan. In een tijd waarin mensen meer, langer en productiever moeten werken is dit niet langer wenselijk. Dit heeft het kabinet doen besluiten de levensloopregeling met ingang van 1 januari 2012 af te schaffen[3].
In het wetsvoorstel[4] is echter een overgangsregeling opgenomen voor de actieve spaarder. Voor de actieve spaarder die op 31 december 2011 ten minste € 3.000,- aan levenslooptegoed heeft, blijft sparen onder de huidige voorwaarden tot de pensioengerechtigde leeftijd mogelijk[5]. Zij kunnen er echter ook voor kiezen om in 2013 het levenslooptegoed fiscaal door te storten in de nieuwe regeling Vitaliteitssparen, ook als hiermee het vitaliteitstegoed hoger is dan het maximum van € 20.000,. Doorstorten na 2013 is ook mogelijk maar dan onder voorwaarde van het fiscale maximum van € 20.000,-.
Deelnemers met minder dan € 3.000,- aan tegoed op 31 december 2011 kunnen het tegoed in 2012 of in 2013 voor verlof opnemen of in 2013 onbelast doorstorten naar Vitaliteitssparen. Zij kunnen vanaf 1 januari 2012 niet langer storten in de levensloop. Indien van de genoemde mogelijkheden geen gebruik wordt gemaakt dan valt het volledige levenslooptegoed aan het eind van het jaar 2013 na inhouding van belasting vrij.
De eerder gestelde leeftijdsgrens van 58 jaar voor deelname aan de overgangsregeling is in de tweede nota van wijziging losgelaten. Verder wordt er vanaf 2012 geen levensloopverkorting meer opgebouwd. Reeds opgebouwde rechten op levensloopverkorting kunnen worden verzilverd bij opname van het levenslooptegoed of bij omzetting naar Vitaliteitssparen.
Vitaliteitssparen
Vitaliteitssparen stelt deelnemers in staat beter dan nu naar eigen inzicht hun inkomen over hun werkzame leven te spreiden. Het fiscale voordeel is het grootst bij opname van het tegoed in een periode van inkomensachteruitgang. Denk hierbij aan een werknemer die onbetaald verlof opneemt voor scholing of zorg en deze verlofperiode deels financiert met het tegoed van de nieuwe spaarregeling. Een ander voorbeeld is de zzp’er die als gevolg van de economische malaise minder inkomsten heeft en de Vitaliteitsregeling gebruikt om zijn inkomen aan te vullen.
In de nieuwe spaarregeling mag op jaarbasis maximaal € 5.000,- worden gespaard en mag er maximaal € 20.000,- op de spaarrekening staan. Ter vergelijk: in de spaarloonregeling mocht een medewerker jaarlijks maximaal € 613,- sparen en mocht er maximaal € 2.452,- in de spaarpot zitten. In de levensloopregeling mocht maximaal 12% van het brutoloon op jaarbasis gespaard worden en mocht er maximaal € 210% van het brutoloon in de spaarpot zitten.
Net als bij de levensloopregeling is het nieuwe Vitaliteitssparen belast bij opname van het tegoed. Met betrekking tot de reden van opname worden er geen beperkingen gesteld. Wel worden er vanaf het jaar dat de werknemer 62 jaar oud is beperkingen gesteld aan het maximaal op te nemen bedrag per jaar.
Afhankelijk van het doel dat de medewerker voor ogen heeft is het de overweging waard om het tegoed al dan niet door te storten naar het nieuwe Vitaliteitssparen.
Indien u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft over het Vitaliteitspakket en in het bijzonder het nieuwe Vitaliteitssparen, dan kunt u contact opnemen met de Helpdesk HRM via helpdesk@driessen.nl of via 0492-50 66 22.
[1] Kamerstukken II 2010/11, 33 003, nr. 3, blz. 35.
[2] Kamerstukken II 2010/11, 29 544, nr. 329.
[3] Kamerstukken II 2010/11, 33 003, nr. 3.
[4] Kamerstukken II 2010/11, 33 003, nr. 2.
[5] Tweede nota van wijziging Belastingplan 2012.