De omvang van de werkzame beroepsbevolking in Nederland stijgt, maar het aantal managers daalt. In een jaar tijd nam het aantal af met 8 procent van 531 naar 490 duizend. Vooral het aantal mannelijke managers wordt minder. Zo blijkt uit cijfers van het CBS.
Met name het aantal mannelijke managers daalt. In het tweede kwartaal van 2014 werkten 400 duizend mannen als manager. Een jaar later waren het er nog 361 duizend. De afname speelde nauwelijks bij vrouwen. Daar daalde het aantal managers van 130 naar 128 duizend.
Bijna een op de zeventien werkenden is nu manager tegen iets meer dan een op de vijftien een jaar geleden. De daling blijkt vooral groot te zijn bij managers in de gespecialiseerde dienstverlening, zoals het verzekeringswezen en financiƫle dienstverlening.
Vrouwen vormen nog steeds de minderheid. Hun aandeel in het management van bedrijven en organisaties steeg tussen het tweede kwartaal van 2014 en van 2015 echter licht van 24 naar 26 procent.
Acht van de honderd werkende mannen zijn manager. Dit is ruim drie op de honderd voor vrouwen. Door de beperkte afname bij de vrouwen zijn er nu 2,8 mannelijke managers per vrouwelijke manager. Die verhouding was een jaar geleden nog 3,1 tegen 1.
Gemeten naar arbeidsduur zijn de verschillen tussen mannen en vrouw veel kleiner. Van de voltijdswerkende mannen was in het tweede kwartaal van 2014 nog 11 procent manager. Een jaar later was dit gedaald tot 10 procent. Bij de voltijdswerkende vrouwen steeg het aandeel managers juist iets. In het tweede kwartaal van 2015 had 8,5 procent van de voltijdswerkende vrouwen een managementpositie (8,3 procent in tweede kwartaal 2014).
Zowel bij mannen als bij vrouwen zijn voltijders vaker manager dan deeltijders. Van de mannelijke deeltijders is 2,6 procent manager. Bij vrouwelijke deeltijdwerkers is dit 1,6 procent. Van de vrouwen werkt drie kwart in deeltijd. Dat is bij de mannen een kwart.
Bron: CBS