De afgelopen periode is flexibele arbeid bij de overheid, en specifiek payrolling, veelvuldig onderwerp van gesprek. Wat daarbij opvalt is dat de discussie met name gebaseerd is op beeldvorming en dat onderliggende feiten vaak ontbreken. Als één van de leidende partijen op het gebied van flexibele arbeid voor de publieke sector delen wij graag onze visie met u ten aanzien van dit thema en zetten wij de feiten op een rij.
Net als in het bedrijfsleven moeten ook organisaties in de publieke sector rekening houden met steeds wisselende omstandigheden. Denk aan taken die wijzigen (zoals b.v. de jeugdzorg, de PGB-afhandeling of WMO-beleid), maar ook veranderingen in de dienstverlening die nieuwe competenties vereisen. Of wat te denken van herindelingen, samenwerkingsverbanden of de roep om projectmatiger werken met bijbehorende financieringen. Allemaal veranderingen die er toe leiden dat organisaties in de publieke sector een steeds grotere onzekerheid hebben over de hoeveelheid, soort en de inhoud van (toekomstig) werk.
Om op een goede en verantwoorde wijze om te gaan met die onzekerheden is er ook binnen de publieke sector behoefte aan een bepaalde mate van flexibiliteit. Minister Asscher geeft zelf aan, in de toelichting op de Wet Werk en Zekerheid, dat flexibiliteit van grote waarde is voor zowel werkgevers als werknemers. De regering wil voldoende flexibiliteit in de economie houden en kiest er daarom bewust voor om het pallet aan flexibele arbeidsvormen niet te beperken. In het rapport ‘Een heldere blik op personele inzet voor het openbaar bestuur’ in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt daarbij geconcludeerd dat het openbaar bestuur net zo goed als het bedrijfsleven behoefte heeft aan enige flexibiliteit in haar ‘productiecapaciteit’, maar daarbij wel achter loopt op het bedrijfsleven.
Hoe groot is nu die flexibele schil binnen de overheid? In de flexbarometer van TNO/FNV/ABU is te zien dat binnen de overheid er een totale flexibele schil is van 8,3%. Dit is erg laag vergeleken met het gemiddelde over alle sectoren van 30,8%. Dit is ook te zien in de Personeelsmonitor van het A+O fonds gemeenten.
Gemeenten besteedden in 2014 11% van hun loonsom aan externe inhuur. Slechts 39% van deze 11% wordt besteed aan de inhuur van uitzendkrachten, inclusief payrollkrachten. Dit komt neer op circa 4% van de totale personeelslasten van gemeentes. Het beeld dat binnen de overheid sprake is van ‘doorgeschoten flex’ correspondeert dus niet bepaald met de feiten.
Naast almaar sneller wisselende omstandigheden, die vragen om een bepaalde mate van flexibiliteit, krijgen organisaties ook een steeds grotere verantwoordelijkheid toegeschoven als werkgever. Denk aan de verplichtingen vanuit de participatiewet, modernisering ziektewet/loondoorbetaling bij ziekte en eigenrisicodragerschap WW. Daardoor groeit de interesse om (een deel) van de flexibele schil onder te brengen bij professionals die hier hun vak van gemaakt hebben, zoals professionele uitzend- en payrollorganisaties. Zij zijn als geen ander in staat de complexe rol rond het werkgeverschap goed uit te voeren waardoor risico’s beheersbaar blijven, HR-taken efficiënter uitgevoerd worden en medewerkers kunnen vertrouwen op goed, betrouwbaar werkgeverschap. Payroll onderscheidt zich daarbij van uitzenden doordat bij payroll de opdrachtgever zelf de werving en selectie uitvoert. De keuze of een organisatie dit zelf uitvoert of dit uitbesteedt aan een gespecialiseerde partij is uiteraard geheel aan die organisatie zelf.
Wat echter altijd bovenaan moet staan is dat wanneer wordt gekozen voor een samenwerking dit met een betrouwbare en professionele partij gebeurt die de gezamenlijke belangen van werkgever en werknemer voorop stelt. Deze professionele uitzend- en payrollorganisaties zijn verenigd in de ABU en VPO; een reactie van de VPO (Vereniging Payroll Ondernemingen) op de recente nieuwsberichten is te vinden op www.vpo.nu.
Ook het belang van de medewerker bij een professionele uitzend/payroll-organisatie is evident. Aangetoond is dat het een grotere kans biedt op het vinden van werk: 35% van de WW’ers vindt werk via uitzenden of payroll zo blijkt uit onderzoek van het UWV. Daarnaast hebben zij door flex-mogelijkheden een grotere kans om langer aan het werk te blijven. Bij professionele uitzend/payrollorganisaties wordt voor flexwerkers bovendien niet alleen transactioneel alles goed geregeld (contract, declaratie, betaling) maar krijgen flexwerkers ook mogelijkheden op het gebied van opleidingen, ontwikkelgesprekken, van werk-naar-werkbegeleiding, verzuimbegeleiding etc.
In de discussie over flex versus vast wordt vaak het argument van verschillende arbeidsvoorwaarden genoemd. Hierbij gaat het echter ook weer om beeldvorming in plaats van concrete cijfers. De primaire arbeidsvoorwaarden van flexibele arbeidskrachten zijn namelijk voor alle uitzend/payrollmedewerkers vanaf dag 1 gelijk aan die van de vaste krachten in dienst bij de opdrachtgever. Het gaat hierbij om zaken als salaris, adv, toeslagen en onkostenvergoedingen. Sterker nog: op het gebied van vakantiedagen en transitievergoeding wijken de arbeidsvoorwaarden van uitzend/payrollmedewerkers zelfs in positieve zin af ten opzichte van onder meer de gemeentelijke cao (CAR-UWO). Bovendien kan er bij Driessen, in overleg met de opdrachtgever, voor gekozen worden de zogeheten inlenersbeloning nog uit te breiden met onder meer de Eindejaarsuitkering en ABP-pensioen.
Bij de keuze voor flexibele arbeidsvormen is, binnen de publieke sector, Goed Werkgeverschap veelal het belangrijkste uitgangspunt. Driessen is koploper op dit gebied en biedt onder meer ruim 100 opleidingen, verzuimbegeleiding, evaluatiegesprekken, workshops, herplaatsingsmogelijkheden en kortingsacties aan haar flexibele medewerkers; faciliteiten die niet elke opdrachtgever zelf kan bieden aan haar flexibel personeel. Dat dit door alle betrokkenen gewaardeerd wordt blijkt wel uit het jaarlijkse evaluatieonderzoek door TNS Nipo waarin zowel opdrachtgevers als flexibele medewerkers de dienstverlening door Driessen waarderen met een 8-.
Kortom: ook binnen de publieke sector is er behoefte aan flexibiliteit, alhoewel daar nog maar beperkt sprake van is in het personeelsbestand. Uiteraard is het aan opdrachtgevers om te bepalen op welke manier zij deze flexibele schil invullen, maar duidelijk mag zijn dat inzet van professionele uitzend- of payrolldienstverlening hierbij een prima oplossing biedt voor opdrachtgevers en medewerkers.