De bestuurder speelt een sleutelrol in het tot stand brengen van positieve veranderingen en het vergroten van duurzame inzetbaarheid. En helaas wordt die rol nog vaak onderschat.

Na vijftien jaar onderzoek en samenwerking met zorgorganisaties zie ik een terugkerend patroon. Bestuurders zijn zich vaak onvoldoende bewust van hun eigen impact. De zorg staat onder druk. De vraag groeit, de middelen zijn beperkt en het personeelstekort wordt nijpend. Als we willen dat de zorg toegankelijk én betaalbaar blijft, moet er iets veranderen. En dat begint van binnenuit: bij de organisaties zelf. Want voorkomen is beter dan genezen, ook als het gaat om duurzame inzetbaarheid.

Een vitale organisatie is geen kwestie van nóg een project erbij. Het vraagt om een andere manier van werken. Koplopers laten zien dat het kan: zij zorgen voor een overzichtelijke structuur, een duidelijke HR-aanpak en een klimaat waarin mensen zich verbonden en verantwoordelijk voelen. Dat maakt niet alleen het werk prettiger, maar ook de resultaten beter.

Het is een uitdaging om in een krappe arbeidsmarkt tóch goede zorg te blijven leveren. Want hoge werkdruk leidt tot uitval. En uitval tot nóg hogere werkdruk. Een vicieuze cirkel die het plezier, de kwaliteit én het imago van de zorg ondermijnt. Ondertussen worden zorgprofessionals niet alleen moe van hun werk, maar krijgen ze ook vaker te maken met chronische klachten op steeds jongere leeftijd.

Hoe doorbreekt de bestuurder deze negatieve vicieuze cirkel? Door terug te gaan naar de kern en balans te vinden tussen harde eisen aan het werk en zachte gedragsaspecten van zorgprofessionals. Maak complexe vragen simpel zodat iedereen in de organisatie ze begrijpt. Houd vast aan keuzes zodat ze kunnen rijpen. Geef vertrouwen en beloon vakmanschap.

Het is meestal niet nodig om nieuwe methoden of werkwijzen te ontwikkelen. Door bestaande onderdelen op een slimme manier te combineren en focus te leggen op de juiste werkkenmerken, kan men al effectieve verbeteracties doorvoeren die impact hebben op een vitale organisatie. Het zijn vaak de voor de hand liggende benaderingen die het meeste effect hebben.

Een vitale organisatie hangt sterk af van de capaciteiten van de bestuurder en het organisatieklimaat dat die persoon weet te creëren. Cruciaal is dat de bestuurder zelf duurzaam inzetbaar is en duidelijk maakt dat duurzame inzetbaarheid een pijler is voor iedereen in de organisatie. Hierbij maakt het niet uit in welke branche of organisatie je werkt. Laat jij je bestuurder in de spiegel kijken?

Anouk ten Arve
Principal arbeidsmarktvraagstukken en inzetbaarheid PGGM&CO en auteur van het boek ‘Zuurstof voor directeur-bestuurders’.