Vitaliteit is in veel organisaties nog een verzameling losse initiatieven: een workshop hier, een fruitmand daar, een spreker die één keer langskomt. Maar wie vooruitkijkt naar 2030, ziet dat vitaliteit geen ‘extraatje’ meer is, maar een strategische randvoorwaarde. Dat vindt ook Hidde de Vries, oprichter van Recharge360. “De manier waarop we werken sluit niet meer aan op wat we nodig hebben. Daar begint de spanning.”
Hiddes visie begint niet in een vergaderzaal, maar tijdens de financiële crisis, wanneer zijn eigen bedrijf bijna omvalt. Dat kwam uiteindelijk goed, maar het vereiste wel zijn tol. “Ik had geen burn-out, maar ik was leeg,” zegt hij. Tijdens een reis onderzoekt hij hoe mensen in een steeds snellere wereld kunnen herstellen. Het vertrekpunt voor de eerste Recharge Week, een laagdrempelige challenge waarin kleine dagelijkse gewoontes centraal staan.
Deze inzichten brengen hem vervolgens naar Google, eerst in sales, later als vitaliteitsmanager en trainer. Opvallend voor hem was hoe sectoren – tech, zorg, overheid – meer op elkaar lijken dan mensen denken. “Overal verwerken medewerkers zoveel prikkels dat er nauwelijks tijd overblijft om te herstellen. Dáár begint mentale overbelasting.”
Voor hem gaat vitaliteit dan ook verder dan gezonde gewoontes. Het draait om de onderlaag: keuzes kunnen maken, herstelmomenten inbouwen en de mentale ruimte hebben om te focussen. “Als dat fundament ontbreekt, maakt het niet uit hoeveel interventies je organiseert.”
In zijn huidige werk met wellbeing platform Recharge360 ziet hij dagelijks wat organisaties daarin tegenkomen. Hybride teams missen afstemming, medewerkers nemen weinig pauzes en managers proberen overeind te blijven in volle agenda’s. “Veel teams staan continu ‘aan’. Niet omdat ze het willen, maar omdat hun werkdag zo is ingericht,” zegt hij. Volgens Hidde knelt vitaliteit juist daar: niet bij individuele gewoontes, maar bij hoe die individuen samenwerken.
“Mensen doen niet wat je zegt, ze doen wat je doet.”
De dagelijkse praktijk laat precies zien waar vitaliteit de komende jaren op gaat draaien. Niet bij individuele gewoontes, maar bij twee verschuivingen die Hidde in vrijwel elke organisatie ziet terugkeren.
De eerste ligt in de demografie, oftewel: de mensen. Steeds minder mensen stromen de arbeidsmarkt op, terwijl de druk van mantelzorg en chronische klachten juist toeneemt. Dat maakt teams kwetsbaarder en vergroot de impact van uitval. De tweede verschuiving gaat over de inhoud van werk. Routinetaken verdwijnen door automatisering, terwijl cognitief en sociaal veeleisend werk belangrijker wordt. “We hebben steeds meer leiders en creatieven nodig. Dat zijn waardevolle krachten,” zegt Hidde, “maar de benodigde vaardigheden kosten veel energie. Het werk wordt intensiever.”
Dat vraagt om een ander ritme: meer ruimte voor herstel, heldere communicatie en dagelijks gedrag dat medewerkers helpt om scherp te blijven. Daar hoort volgens Hidde ook bij dat HR veel individueler gaat kijken. “Als medewerkers schaarser worden, worden ze automatisch waardevoller. Behoud en duurzame inzetbaarheid vragen om een aanpak die aansluit bij iemands levensfase en omstandigheden.” Hij vervolgt: “Teams kunnen dit straks niet meer opvangen met algemene interventies. De toekomst vraagt om maatwerk.”
Dat vraagt dus meer dan goede bedoelingen. Het vraagt om keuzes. En precies daar begint voor Hidde de omslag naar 2030. Organisaties die vitaliteit serieus nemen, richten zich niet op losse acties, maar op drie pijlers die wél verschil maken.
Zijn favoriete voorbeeld komt uit de Randstad Recharge Week, waar directeuren letterlijk het voortouw namen. “Ze stonden in trainingspak te planken in het park,” vertelt hij enthousiast. “Deelnemersaantallen schoten omhoog. Mensen doen nou eenmaal niet wat je zegt, ze doen wat je doet.”
Uiteindelijk komt alles samen in één praktische vervolgstap: een nulmeting. “Je moet weten waar je staat. Pas dan kun je patronen doorbreken.” Dat maakt vitaliteit geen soft thema, maar een manier om productiviteit te verhogen. “Organisaties focussen nu vaak op verzuim, terwijl de echte winst behaald kan worden door te focussen op slimmer en duurzaam presteren. Dat voelt ook meteen een stuk positiever. Dáár wil je op sturen.”
Zijn wens voor 2030 is helder: werkgevers die vitaliteit zien als een strategisch uitgangspunt. “Als mensen de beste versie van zichzelf kunnen zijn, volgen de resultaten vanzelf. Betere samenwerking, hogere creativiteit, minder uitval. Goed werkgeverschap is de basis.”
“Behoud begint bij snappen wie iemand is, maar duurzame inzetbaarheid ontstaat pas als het hele systeem meebeweegt.”