De staatssecretaris van Financiën, heeft de Tweede Kamer op 24 oktober 2011 schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van de tussenevaluatie van de werkkostenregeling. Hoofdlijn van de evaluatie is dat de systematiek van de werkkostenregeling goed is. De werkgever geeft vorm en inhoud aan vergoedingen en verstrekkingen en de overheid hoeft daarin niet sturend op te treden in de vorm van vrijstellingen op detailniveau. Driessen heeft alle informatie over de tussenevaluatie voor u verzameld in een overzichtelijk artikel.
Bekijk het gehele artikel: Samenvatting tussenevaluatie Werkkostenregeling
De hoofdpunten uit de samenvatting van de evaluatie van de werkkostenregeling zijn:
Forfaitaire ruimte van 1,4% naar 1,6% in 2013
Er is een generieke verruiming van de forfaitaire ruimte te verwachten. Deze forfaitaire ruimte zal bij de invoering van de Wet uniformering loonbegrip stijgen naar 1,5%. In het Belastingplan 2013 is al financiële ruimte ingeboekt voor een aanvullende stijging met 0,1%. Dat betekent dat bij de al voorziene invoering van de Wet uniformering loonbegrip in 2013 de forfaitaire ruimte stijgt van 1,4% naar 1,6% van de loonsom.
Van voorwaarden en detail naar eenvoudig en grofmazig
De oorspronkelijk wettelijke bepalingen over vrije vergoedingen en verstrekkingen kennen veel voorwaarden en detailregelingen en zorgen daarvoor voor een grote administratieve last. De systematiek van de werkkostenregeling bevat een eenvoudig en grofmazig regime van onbelaste vergoedingen en verstrekkingen van de werkgever aan de werknemer. Dit kenmerkt zich door een sterk verminderd aantal detailregels. Deze regeling sluit qua systematiek beter aan op de bedrijfsvoering van de werkgever.
Ervaringen vanuit de praktijk
De evaluatie is vormgegeven aan de hand van gesprekken met vertegenwoordigers van de belastingadviespraktijk, van accountantskantoren en van salarisservicebureaus. Ook is gebruik gemaakt van ervaringen die zijn opgedaan in contacten tussen werkgevers en hun belastinginspecteur. Ervaringen die in de tussenevaluatie worden genoemd zijn vooral opgedaan in de voorbereidende fase, de overgangsfase naar de werkkostenregeling. In beperkte mate is gebruik gemaakt van ervaringen die opgedaan zijn met het daadwerkelijk gebruik van de regeling.
Loonbegrip
Ongeveer 10% van de werkgevers heeft in 2011 de werkkostenregeling al toegepast. Het jaar 2011 is door werkgevers vooral gebruikt om zich op de hoogte te stellen van de werkkostenregeling en te inventariseren wat de omvang van de door hen verstrekte vergoedingen en verstrekkingen is.
Behoefte aan praktische invulling
Een veel gehoord verzoek is een praktische invulling te bieden voor de kantineregeling bij werkgevers die gebruik willen maken van de werkkostenregeling. Het gaat om de eigen bijdrage van medewerkers die soms boven maar ook beneden de forfaitaire waardering ligt van een kantinemaaltijd. Werkgevers willen graag op collectief niveau een loonvoordeel berekenen, maar de huidige wettelijke bepalingen bieden die mogelijkheid niet. De staatssecretaris wil dit verzoek van de werkgevers honoreren om de wetgeving in overeenstemming te brengen met deze wens zodat er geen registratie op werknemersniveau meer nodig is. Deze maatregel heeft een breder bereik dan alleen de kantineregeling. Het voorkomt dat de werkgever bij loon in nature, waarvoor de werknemers een eigen bijdrage betalen en waarbij een eventueel loonvoordeel in de forfaitaire ruimte komt, die per werknemer moet administreren.
Evaluatie 2013 naar voren gehaald
Het streven van de staatssecretaris is dat werkgevers, zeker in 2014, goed uit de voeten kunnen met de werkkostenregeling. Vanuit de tussenevaluatie wordt dit nog niet in voldoende mate bevestigd. Het meermaals gehoorde kritische geluid als de te krap ervaren forfaitaire ruimte vraagt om nader onderzoek. Daarvoor wordt de voor 2013 aangekondigde evaluatie van de werkkostenregeling naar voren gehaald en zal in 2012 plaatsvinden. Hierbij zal breed gekeken worden naar het gebruik en de omvang van vergoedingen en verstrekkingen.
De voordelen van het naar voren halen van de evaluatie zijn:
• De uitkomsten kunnen gebruikt worden bij bestudering van de mogelijkheden naar een andere forfaitaire vrijheid in combinatie met minder detailregelingen
• Dit maakt het mogelijk de gerichte vrijstellingen en de huidige omvang van de forfaitaire ruimte snel en grondig te kunnen beoordelen.
• Tenslotte kan, indien de resultaten van de evaluatie in 2012 hiertoe aanleiding geven, nader onderzocht worden welke maatregelen getroffen kunnen worden. Te denken valt aan een andere optionele mix tussen forfaitaire ruimte en gerichte vrijstellingen, wat wellicht zal leiden tot meer enthousiasme en minder administratieve lasten. Een dergelijk systeem laat het aan de werkgever over of hij meer waarde hecht aan administratieve eenvoud of meer detaillering.
• Besluitvorming over de te treffen maatregelen kan tijdig in gang gezet worden, zodat deze aansluitend aan de overgangsperiode per 2014 in werking kunnen treden.
Te nemen stappen
De tussenevaluatie bevestigt eerdere signalen dat nog niet iedereen enthousiast is over de werkkostenregeling. Terughoudendheid is verklaarbaar in het geval een werkgever denkt geen financieel voordeel te kunnen behalen.
Van meer belang zijn de stappen die een werkgever van plan is te zetten in het kader van de invoering van de regeling. Hierbij verschuift het accent van de loonadministratie naar een meer interactieve relatie tussen loonadministratie, financiële administratie en personeelsadministratie.
Bekijk het gehele artikel: Samenvatting tussenevaluatie Werkkostenregeling
Bron: Tussenevaluatie werkkostenregeling Ministerie van Financiën