Kleding is fiscaal gezien werkkleding, als het voldoet aan de volgende twee criteria: • De kleding is (nagenoeg) uitsluitend geschikt om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen, of • De kleding is voorzien van één of meer duidelijk zichtbare bedrijflogo’s of beeldmerken met een oppervlakte van ten minste 70 cm2
Onder het eerste criterium vallen bijvoorbeeld een overall en een uniform. Hierbij speelt de functie van de werknemer een belangrijke rol. Een overall is bijvoorbeeld werkkleding voor een monteur, maar niet voor een autoverkoper.
Is de kleding niet uitsluitend geschikt om te werken, dan kan het tweede criterium uitkomst bieden. De minimale oppervlakte eis geldt pér kledingstuk. Bij het verstekken van een compleet kostuum, moeten dus de
pantalon, het overhemd en het jasje alle drie afzonderlijk zijn voorzien van een of meerdere bedrijfslogo’s met een oppervlakte van 70 cm2.
Voor het bepalen van de oppervlakte mag men uit gaan van een denkbeeldig vierkant of rechthoek rondom de uiterste punten van het logo. Ook de vergoeding voor het reinigen van de kleding kan onbelast plaats vinden. Uiteraard moet er dan sprake zijn van werkkleding, die aan één van beide criteria voldoet.