Als gevolg van de wijziging van het bedrag van het minimumloon, wijzigt het bedrag van de ouderschapsverlofkorting per uur met ingang van 1 januari 2011. Ook het bedrag van de levensloopverlofkorting wordt met ingang van 1 januari 2011 verhoogd.
Op grond van artikel 6:5 van de CAR/UWO heeft de ambtenaar die op grond van de Wet arbeid en zorg (Waz) recht heeft op ouderschapsverlof, over de uren dat hij dit verlof geniet (met een maximum van 13 weken), aanspraak op doorbetaling van een percentage van zijn bezoldiging minus het daaraan gekoppelde maximale uurbedrag van de fiscale tegemoetkoming van de Belastingsdienst, oftewel de ouderschapsverlofkorting, waarop de ambtenaar aanspraak kan maken. De ouderschapsverlofkorting wijzigt met ingang van 1 januari 2011 van € 4,07 per uur in € 4,11 per uur.
Op grond van artikel 6a:9 van de CAR/UWO kan een ambtenaar over het levenslooptegoed beschikken. In geval van opname uit de levensloopregeling heeft een ambtenaar, net als iedere andere werknemer, recht op een korting op de loonbelasting/premie volksverzekeringen die zij moeten betalen, de zogenaamde levensloopverlofkorting. Het bedrag van de levensloopverlofkorting wijzigt met ingang van 1 januari 2011 van € 199,00 in € 201,00 per gespaard kalenderjaar.