Werknemers die vanwege het wegvallen van de spaarloonregeling in 2012 een levenslooptegoed willen opbouwen, komen van een koude kermis thuis. Naast de spaarloonregeling die in 2012 beëindigd wordt, is er ook een besluit genomen rondom de beëindiging van de levensloopregeling.
Bestaande spaarders kunnen in 2012 nog inleggen in de levensloopregeling. Het openen van een levensloopregeling voor nieuwe spaarders is dan niet meer mogelijk.
Met ingang van 2013 komt er een vitaliteitsregeling, ter vervanging van zowel de spaarloon- als levensloopregeling.
Voor de opgebouwde rechten in de levensloopregeling komt een overgangsregeling. Volgend jaar wordt de regeling alleen opengehouden voor de bestaande spaarders die aan het eind van dit jaar een positief saldo (minimaal € 3.000,-) op hun levensloopregeling hebben.
Vanaf 1 januari 2013 kunnen alleen deelnemers die vóór deze datum 58 jaar zijn geworden nog geld inleggen en opnemen in de levensloopregeling. Als deze groep in 2019 de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt de regeling helemaal gesloten.
Werknemers die op 1 januari 2013 nog geen 58 jaar zijn krijgen bij de invoering van de vitaliteitsregeling hun levenslooptegoed in één keer uitbetaald. Hier wordt dan wel belasting op in gehouden. Daarnaast kunnen werknemers besluiten om het tegoed op een fiscaal vriendelijke manier om te zetten in vitaliteitssparen.