Het bestuursakkoord voor het primair onderwijs dat de bewindslieden van OCW en de PO-Raad op 17 januari 2012 hebben ondertekend, is bedoeld als impuls om de kwaliteit van het primair onderwijs verder te verbeteren en de opbrengsten te verhogen. Veel schoolbesturen en scholen hebben de afgelopen jaren al extra inspanningen geleverd om leerlingen onderwijs te bieden dat hen uitdaagt en dat bij hen past. Via de ‘prestatiebox’ krijgen schoolbesturen nu de mogelijkheid om gericht te investeren in een kwaliteitsimpuls die past bij de eigen school of scholen.
Ambities op sectorniveau
De ambities in het bestuursakkoord hebben betrekking op de hele sector. Schoolbesturen kunnen zelf keuzes maken voor doelen van het akkoord, waar zij het extra geld uit de prestatiebox voor willen inzetten. Schoolbesturen ontvangen dus naast de lumpsum extra geld via de prestatiebox.
Natuurlijk is het ook van belang dat de reguliere bekostiging in de lumpsum wordt gebruikt om de eigen doelen te behalen. Een belangrijk uitgangspunt is dat 60 procent van de scholen in 2015 opbrengstgericht werkt, dat nagenoeg alle schoolbesturen in 2015 meetbare doelen stellen, en dat er in 2015 geen zeer zwakke scholen meer zijn.
Voortgang en opbrengsten
Eind 2012 wordt op sectorniveau nagegaan in hoeverre schoolbesturen hun ambities en concrete doelen hebben uitgewerkt in hun beleidsplan. De voortgang op sectorniveau wordt inzichtelijk gemaakt met een jaarlijkse monitor van OCW, in overleg met de PO-Raad. Dit gebeurt zoveel mogelijk op basis van gegevens die nu al verzameld worden; dit om schoolbesturen niet te belasten met extra administratieve verplichtingen.
Belangrijke ijkpunten zijn een midterm review in 2013 en een eindevaluatie in het schooljaar 2014-2015. Dan wordt gekeken in hoeverre de landelijke afspraken zijn gerealiseerd en hoe (op landelijk niveau) schoolbesturen het geld van de prestatiebox en de lumpsum hebben gebruikt. Als blijkt dat besturen tegenvallende resultaten boeken of onvoldoende (financiële) inspanningen leveren, worden de aanvullende middelen in de resterende jaren mogelijk onder andere voorwaarden beschikbaar gesteld.
Bron: Ministerie van OCW