Als een werknemer met levensloopverlof gaat, dan zijn er voor de pensioenopbouw afwijkende regels van toepassing... Tijdens de eerste 12 maanden levensloopverlof vind de opbouw plaats op collectieve basis, dus tegen de doorsnee premie en in principe gebruikelijke premieverdeling. De hoogte van de opbouw van het ouderdoms- en nabestaanden pensioen is afhankelijk van de opname uit het levenslooptegoed. Is het bedrag van deze opname 70% of meer van het pensioengevend inkomen, dan vindt volledige pensioenopbouw plaats. Bedraagt de opname uit het levenslooptegoed echter minder, dan vindt de opbouw plaats naar rato.
De overgangspremie VPL en premie AAOP worden echter altijd voor 100% in rekening gebracht.
De verdeling van de pensioenpremie tussen werkgever en werknemer is vastgelegd in het ABP reglement. In bijzondere situaties, zoals opname van het levenslooptegoed, kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt.
Voor bijvoorbeeld gemeenteambtenaren is afgesproken dat de werkgevers- én werknemerspremies voor het gedeelte van de arbeidsduur dat levensloopverlof wordt genoten, volledig voor rekening van de werknemer komen. Alleen in het geval dat het levensloopverlof korter duurt dan 3 maanden, is de normale premieverdeling van toepassing.
Na een jaar levensloopverlof zijn er weer andere regels van toepassing.
U moet een werknemer die langer dan twaalf maanden levensloopverlof opneemt, melden bij APG.
U ontvangt dan twee keer per jaar een factuur voor de verschuldigde ANW-compensatie. De gegevens aanlevering en afdracht van de premies voor AAOP en VPL blijven op de normale manier doorlopen.
Wil een werknemer na het eerste jaar levensloopverlof ouderdomspensioen opbouwen, dan moet hij daarvoor persoonlijk een verzoek indienen bij APG. De pensioenopbouw zal dan plaatsvinden tegen een individuele premie, die bij de werknemer wordt geïnd.