Werkgevers en vakbonden hebben een akkoord bereikt over het pensioenstelsel. Er zijn afspraken gemaakt over AOW, het aanvullend pensioen en langer doorwerken. Doel: een goed pensioen voor iedereen.
Waarom is er een pensioenakkoord nodig?
Het aantal mensen dat pensioen ontvangt wordt steeds groter. Het aantal mensen met een betaalde baan, dus degene die pensioenpremie betalen, wordt steeds kleiner. Mensen beginnen op latere leeftijd met werken. Dus de opbouw van pensioengelden worden minder.
Mensen worden steeds ouder en maken dus ook langer gebruik van pensioen.
Dit alles veroorzaakt dat het steeds moeilijker wordt om de pensioenen te kunnen betalen aan diegenen die daar recht op hebben. De oplossing: mensen blijven langer werken en gaan later met pensioen.
Wat is er in het pensioenakkoord afgesproken?
Veranderingen in het AOW-pensioen:
• De AOW-leeftijd wordt verhoogd van 65 naar 66 jaar (in 2020). Waarschijnlijk schuift dit in 2025 door naar 67 jaar.
• Vanaf 2013 wordt de AOW-premie voor iedereen 0,6% hoger.
• Mensen mogen zelf kiezen wanneer ze stoppen met werken. Dit heeft wel consequenties voor de hoogte van de AOW. Wie met 65 jaar stopt met werken, ontvangt 6,5% minder AOW. Wie na het 66ste jaar (vanaf 2025 na het 67ste jaar) doorwerkt krijgt 6,5% meer AOW.
Veranderingen in het aanvullend pensioen:
• Het aanvullend pensioen moet waardevaster worden op de lange termijn. Pensioenfondsen moeten een betere balans vinden tussen beleggingen (en de risico’s die hieraan verbonden zijn) en het behouden van financiële ruimte om de pensioenen te kunnen indexeren.
• Pensioenkosten moeten zowel voor werkgevers als werknemers stabieler worden. Zo wordt voorkomen dat in economisch slechtere tijden de pensioenpremies omhoog schieten, maar ook dat in economisch betere tijden de premies weer flink omlaag gaan.
• De al opgebouwde pensioenrechten van gepensioneerden en werkenden moeten onderdeel van de nieuwe regeling worden.
Langer doorwerken:
• Werkgevers en vakbonden gaan afspraken maken over de langere inzetbaarheid van mensen. Er komen maatregelen voor zowel jongere als oudere werknemers. Gedacht wordt aan bijvoorbeeld bijscholing en re-integratie.
• Er komt een mobiliteitsbonus. Werknemers krijgen een bonus als ze oudere werknemers in dienst nemen.
• Het kabinet en de sociale partners gaan zich inzetten tegen leeftijdsdiscriminatie van oudere werknemers.
• Er komt een vitaliteitsregeling in plaats van de spaarloonregeling en levensloopregeling. Het doel hiervan is dat werknemers hiervan gebruik kunnen maken om met deeltijdpensioen te kunnen gaan. Dit moet nog verder uitgewerkt worden.
Bron: nieuwsbrief Loyalis