De Eerste Kamer heeft onlangs ingestemd met de wet Onderwijstijd. Deze wet regelt onder meer een urennorm voor het middelbaar onderwijs. Daarnaast krijgen ouders en leerlingen meer inspraak over de invulling van het onderwijs en worden roostervrije dagen vastgelegd.
Verruimen van lesuren
In de nieuwe wet Onderwijstijd wordt geregeld dat leerlingen op de middelbare school in de eerste twee schooljaren 1040 uren onderwijs krijgen, in plaats van de afgesproken 1000 uur. Een deel van deze 40 uur kan worden besteed aan maatwerk, bijvoorbeeld voor het bijspijkeren van achterstandsleerlingen. Ouders en leerlingen krijgen meer inspraak over de invulling van het onderwijs, dit is vastgelegd in de wet medezeggenschap voor ouders en leerlingen. Daarnaast worden er roostervrije dagen vastgelegd.
Verdeeldheid over noodzaak wet
De wet is opgesteld nadat het ministerie werd overspoeld door klachten van leerlingen en ouders omdat er minder les werd gegeven dan de wet voorschreef. Leerlingen verzetten zich ook tegen de zogenaamde ophokuren. Dit zijn uren die wel meetellen, maar waarin geen les wordt gegeven.
De VO-raad heeft zich altijd verzet tegen het verruimen van het aantal lesuren. Zij zijn van mening dat deze verruiming niet bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs en extra werkdruk oplevert voor docenten. Daarnaast zijn ze van mening dat door de aangekondigde bezuinigingen in het Lente-akkoord de wet niet uitvoerbaar is.
Tijdens de bespreking van de wet was er ook veel verdeeldheid binnen de partijen, vanwege het gebrek aan draagvlak binnen het onderwijs en de twijfel over de noodzaak van de wet. Uiteindelijk is de wet met 35 stemmen voor en 33 stemmen tegen, aangenomen.
Bron: P&O Actueel, VO-raad