Op 5 juni 2009 heeft de Hoge Raad (rolnummer 08/02104) uitspraak gedaan over de mogelijkheden bij dubbele huisvestingskosten. U heeft twee mogelijkheden; de dubbele huisvestingskosten worden vergoed, of uw werknemer maakt gebruik van de 30%-regeling. Maar wat houden deze regelingen precies in?
Vergoeden van dubbele huisvestingskosten
U kunt vergoedingen van dubbele huisvestingskosten of verstrekking van huisvesting buiten de woonplaats, in verband met het vervullen van de dienstbetrekking, gedurende maximaal twee jaar onbelast vergoeden. U dient dan wel de werkelijke, in redelijkheid gemaakte, extra kosten aannemelijk te maken. Wanneer een werknemer om privé redenen dubbele kosten voor huisvestiging heeft, dan is er geen vrijgestelde vergoeding mogelijk.
30%- regeling
Voor werknemers die naar het buitenland of vanuit het buitenland naar Nederland worden uitgezonden, kunt u onder voorwaarden gebruik maken van een bijzondere vergoedingsregeling, de 30%-regeling. Kort gezegd houdt deze regeling in dat u 30% van het brutoloon, inclusief de vergoeding, onbelast mag uitbetalen voor de extraterritoriale kosten. Als u boven het maximumbedrag uitkomt, dan kunt u over het bovenmatige deel van de vergoeding eindheffing toepassen. Hiervoor geldt dan het tabeltarief.
De 30%-regeling is in feite een forfait, wat betekent dat een werknemer sowieso in aanmerking kan komen voor een onbelaste vergoeding als de 30%-regeling van toepassing is. Ongeacht of er daadwerkelijk dubbele huisvestingskosten zijn gemaakt. De Hoge Raad heeft op 5 juni 2009 aangegeven dat wanneer een werknemer gebruik heeft gemaakt van de 30%-regeling én vergoeding van de dubbele huisvestingskosten, één van de twee vergoedingen belast moet worden. Welke vergoeding dan belast moet
worden, heeft de Hoge Raad echter niet aangegeven. Het lijkt er op dat de werknemer zelf kan kiezen welke vergoeding belast moet worden uitbetaald. Ongetwijfeld zal hier in de toekomst meer duidelijkheid overkomen, als er meer uitspraken volgen met bijbehorende jurisprudentie.