Verkeer tussen burgers en bestuursorganen kon al op elektronische wijze tot stand komen. Nu is ook elektronisch verkeer met de bestuursrechter mogelijk. Het is mogelijk met een webformulier beroep in te stellen.
Sinds 1 juli 2010 zijn de Wet en het Besluit elektronisch verkeer met de bestuursrechter in werking getreden. Middels deze wet is het mogelijk digitaal te procederen bij de bestuursrechter. Dit betekent dat processtukken en beroepschriften elektronisch kunnen worden verzonden. Het digitaal verzenden van een beroepschrift bevordert de toegankelijkheid van de bestuursrechtspraak. Daarnaast draagt de beschikbaarheid van digitale processtukken bij aan vermindering van de doorlooptijden en kan het op termijn leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen bij de gerechten.
Het elektronisch procederen is een proces van geleidelijkheid. De eerste stappen zijn gezet middels de toevoeging van artikel 8:40a in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel bepaalt, dat afdeling 2.3 Awb, inzake elektronisch verkeer met bestuursorganen, van overeenkomstige toepassing is op elektronisch verkeer met de bestuursrechter. Dit houdt in dat burgers nu langs elektronische weg met de bestuursrechter kunnen communiceren voor zover de gerechten deze mogelijkheid openstellen. Van een plicht tot digitaal procederen is overigens geen sprake.
In het Besluit elektronisch verkeer met de bestuursrechter zijn nadere regels gesteld. Bepaald is dat de communicatie met de bestuursrechter, zoals het instellen van beroep, geschiedt op een ‘vanwege de gerechten aangegeven wijze’. Uit de toelichting bij het Besluit blijkt dat er een webformulier is ontwikkeld en dat degene die een stuk elektronisch wil versturen aan een bestuursrechter van dat formulier gebruik moet maken. Het is dus (vooralsnog) niet mogelijk om via e-mail een beroepschrift of ander stuk bij de bestuursrechter in te dienen.
Via het Digitaal loket bestuursrecht worden de formulieren voor het indienen van een beroepschrift, een verzoekschrift voor een voorlopige voorziening en het indienen van aanvullende correspondentie en/of nadere stukken beschikbaar gesteld. Ondertekening van elektronisch ingediende stukken geschiedt, conform artikel 2:16 Awb, middels DigiD.
Formulieren voor de advocatuur, bedrijven en organisaties zijn nog in ontwikkeling.
Bron: rijksoverheid.nl