In de toekomst zal een nieuwe medewerker bij het aangaan van een arbeidsrelatie -naast afspraken over tijd, geld, resultaten en beroepsmatige ontwikkeling- duidelijke afspraken maken over de zekerheden die de medewerker voor zichzelf dient te regelen. En dan hebben we het over fundamentele zaken als arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
Dit is de visie van de Baliegroep, een onafhankelijke denktank van personen uit de wereld van werkgevers, werknemers en de publieke sector (waaronder SER-voorzitter Alexander Rinnooy-Kan). Zij zien graag dat de medewerker van morgen meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen ontwikkeling en daarnaast ook voor zijn eigen sociale zekerheid. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst krijgt de medewerker financiële ruimte voor zaken als scholing, coaching, zorgverlof, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
De overheid zorgt in een dergelijke situatie wel voor een verplichte inkomensverzekering voor werknemers, zodat er een garantie bestaat van een bepaald inkomensniveau. De aanvullende financiële tegemoetkoming -in tijde van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid- is dus afhankelijk van de keuzes die je hebt gemaakt in het traject van aanvullend verzekeren.
Meer differentie en keuzevrijheid past binnen de huidige ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen, waarbij de werknemer steeds meer zelfstandigheid krijgt. De Baliegroep zegt hierover dan ook: “deze ontwikkeling is de volgende stap in de emancipatie van werkenden, in doorzettende ontvoogding”.
Is Nederland wel klaar voor deze volgende stap? De stap naar een dergelijk cafetariamodel 2.0.
Bron: Volkskrant